20170909 – Reunie 103 CV Lichting 66-2 – Hermsen

Voor wat betreft Seedorf het volgende: Een van onze laatste oefeningen was de oefening Alten Aller en daar is in het algemeen weinig over gesproken en al helemaal niet op onze reünies. De Aller is een rivier die loopt in de omgeving van Hannover, Celle en Verden en mondt uit in de Weser; niet zo groot als de Weser maar wel interessant. Welnu, in de zomer van 1967 hadden wij dus de oefening Alten Aller en dat betekende dat wij in groene rubberboten ‘s avonds – althans als het al donker was- al peddelend- op de Aller voeren. De manschappen in de boten -het grootste gedeelte van ons eskadron- waren -bijv- partij blauw en partij groen -het kader- stond -uiteraard verdekt- opgesteld op de vaste wal, dus aan land. De bedoeling was om zo onopgemerkt -en dus zo stil mogelijk- te varen, zodat partij groen partij blauw niet kon horen. Je moest dus zo stil zijn en varen dat het kader je niet zou opmerken. In onze boot zat mede-kamergenoot -en tirailleur- Appie Buring, dus of wij onopgemerkt bleven is natuurlijk de vraag. Niettemin een mooie oefening en waarover later nauwelijks gesproken is. Een andere oefening -maar die nooit is doorgegaan- was de oefening Stap Terug en daar werd weken over gesproken, maar op de een of andere manier ging het niet door. De bedoeling was om vanaf Selsingen – ten noorden van Seedorf- je te voet te verplaatsen naar de kazerne; wel dat je dit ‘s nachts moest doen en overdag moest je je gedeisd houden. Nabij het fraaie Luneburg hadden wij de oefening Wendisch Evern – zo heet het nabijgelegen dorpje- en wij hadden bivak in Biwakplatz Kolberg; welnu – zoals te doen gebruikelijk- moest je ‘s avonds wachtlopen. Ik sliep met mijn kamergenoot Wout Bouwman in het pubtentje en wij waren aan de beurt om wacht te lopen. Maar wij besloten het volgende: Wij gaan een kwartier wachtlopen en dan gauw – gekleed en al met de FAL- de tent in en dan een half uurtje liggen en vervolgens de wacht buiten vervolgen. Wij lagen nog geen tien minuten toen wij de luide stem van opper van Brunschot hoorden: “Wie lopen er wacht?” Gauw de tent uit en elk een richting uit; even later kwam ik de opper tegen en hij had niets gemerkt. Kon er ook niets van hebben opgemerkt, want: a. het was donker en b. ons tentje lag aan de rand van het bivak, wij hadden alleen tentjes naast ons en voor ons. Twee stappen achteruit en wij stonden op een breed bospad; in een andere situatie hadden wij dit dan ook niet gedaan.