4e Regiment Huzaren 1905-1940

Door: Kolonel J.A. van Dalen, Regimentscommandant Huzaren van Boreel

Het Regiment Huzaren van Boreel (RHB) heeft een lange geschiedenis. Dit artikel behandelt de periode 1905 tot 1940. Een periode die gekenmerkt wordt door de mobilisatie voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog, revolutiedreiging en de oplopende spanning voorafgaande aan de Tweede Wereldoorlog.

1RH wordt weer 4RH

Bij K.B. van 17 augustus 1905 werd het aantal Nederlandse divisies weer van drie op vier gebracht, waardoor er een vierde huzarenregiment nodig was. 1RH werd daarom opnieuw opgericht, maar wel met blauwe uitmonstering in plaats van het vroegere rood. Het nieuwe 1RH kreeg hiervoor van de andere drie regimenten hun 5e eskadron weer terug, maar het eskadron ordonnansen bleef zelfstandig voortbestaan en werd niet opgenomen in 1RH. Het oude 1RH, wat tot 1881 4RH was geweest, werd nu weer terug genummerd naar het oude vertrouwde 4RH. De Standaarddoek werd daarom ingeleverd op het Departement van Oorlog om de ‘1’ te laten wijzigen in de ‘4’. Op 4 september 1905 ontving kolonel H.T.D. Braams te Millingen uit handen van H.M. Koningin Wilhelmina de gewijzigde Standaard. Standaarddrager was adjudant Schotsman. Op de terugmars werd het regiment weer ontvangen op Paleis ’T Loo.’ Bij de intocht van H.M. de Koningin na haar huwelijk was het de ‘huzarenmars’ die de stoet opende.

Beëdiging van de 2e luitenant Jhr. J.W. Godin de Beaufort bij 1RH op de Gorsselse Heide in augustus 1899.

In 1907 werd kolonel H.P.C.L. Mathon de nieuwe regimentscommandant. Hij zou dit tot 1910 blijven. Op 30 april 1909 was een nieuwe prinses geboren, H.K.H. Prinses Juliana. Ter gelegenheid hiervan vond om 12 uur die dag een parade van het regiment plaats op het exercitieterrein Bergweide, met als paradecommandant majoor Dufour van I.R.I. De regimentscommandant inspecteerde de aangetreden huzaren. Nadat hij in de middag de verzamelde officieren had toegesproken, marcheerde het regiment zich met muziek aan het hoofd der colonne, naar de kerk. ’s Avonds verzamelde de regimentscommandant alle officiersfamilies in zijn huis, om de geboorte van de prinses in kleine kring te vieren.

Beëdiging 4RH op de Waalsdorpervlakte. 1 2e luitenant Baron van Voorst tot Voorst, 2 = 1e luitenant Thirion,
3 = RC kolonel Baron van de Capelle, 4 = 2e luitenant van den Wall Bake, 5 = standaarddrager, helaas onbekend.

Op 1 juli 1909 ging het 5e eskadron naar Ede om zich daar in de (nieuwe) cavaleriekazerne zich bij 1RH te voegen. Op 29 juni had het regiment met een parade op de Gorsselse Heide al afscheid van dit eskadron genomen. Om de opengevallen plek in Zutphen op te vullen werd het 1e eskadron van Deventer naar Zutphen verplaatst. Dit gaf in Deventer ruimte om het depoteskadron van Amersfoort weer naar Deventer te halen. Op 25 september 1909 werd het 3e eskadron van 4RH ingezet om het terrein in Millingen af te zetten, waar het nieuwe 1RH die dag hun Standaard van H.M. Koningin Wilhelmina kreeg uitgereikt. Kolonel Mingels werd de regimentscommandant van 1RH.
In de steek van Deventer en Zutphen werd nog veel grootgrondbezit aangetroffen, dat eveneens een stempel drukte op de hippische wereld van die dagen. De grootgrondbezitters beschikten nog over veel paarden en goed geoutilleerde koetskuizen. Een deel van de cavalerie-officieren van het 4e Regiment Huzaren kwam dan ook voort uit deze kringen van groot grondbezit en landadel uit de noordelijke en oostelijke provincies. De dienstplichtigen waren eveneens uit genoemde provincies afkomstig en over het algemeen van boeren afkomst. Het regiment werd dan ook door de andere cavalerie-regimenten met enige afgunst het ‘Boerenregiment’ genoemd. Ook werd de erenaam ‘Klompenregiment’ gebruikt. Bij het 1e en 3e eskadron te Zutphen diende voornamelijk de landelijke bevolking uit Overijssel en de Gelderse Achterhoek. Het 3e eskadron was overwegend Gronings en het 4e eskadron werd het Friese eskadron genoemd.

Huzaren moesten stalwacht uitvoeren. Huzaar van Elk geeft ons een beeld van hoe dat in zijn werk ging in 1909:

Stalwacht in Deventer. De korporaal-plantonstallen is korporaal Franke.

De Gorsselse heide was een belangrijk terrein voor 4RH. Gelegen tussen de beide kazernes in Zutphen en Deventer was het het aangewezen terrein voor gezamenlijke oefeningen. In de zomermaanden kwam op de aangewezen woensdagen de eskadrons uit Deventer en Zutphen samen om er o.a. gezamenlijke gesloten exercities te houden. Met name de regimentsschool kwam er veel. Belangrijke terreinpunten waren de kogelvanger, de beide doorwaardbare plaatsen en niet te vergeten het Quarles-bosje. Ook de feestelijke bijeenkomsten van het Regiment speelden zich daar af, zoals beëdigingen, wisselingen van regimentscommando, herdenking van het 100-jarig bestaan. Vooral het Quarles-bosje speelde bij die gelegenheden een grote rol en werden er daar, voor de rust de cantinewagens uit Deventer en Zutphen aangetrokken. Luitenant-kolonel van den Wall Bake oefende als jong luitenant regelmatig op de Gorsselse heide vertelt hierover:

Bespreking op de Gorsselse Heide o.l.v. RC kolonel Mathon (in het midden met kaart). Van de groep officieren op de foto gezien op de linkervleugel, tweede van links luitenant W.A. van den Wall Bake. Hurkend bij de mand met postduiven korporaal P. Kruitwagen. Het regiment heeft ‘rust met staan.’

In 1910 werd kolonel A.J.P. Metelerkamp de nieuwe regimentscommandant van 4RH, terwijl op 6 maart 1911 nog een mars door de stad Deventer werd gehouden ter gelegenheid van het koperen ambtsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina. Huzaar G.J. Schuur herinnert zich nog een voorval uit deze tijd:

Paardzwemmen te Deventer. Links op de linkerfoto staan luitenant-kolonel Van Wrangel en ritmeester Pabst.
Op de achtergrond de Handelskade te Deventer. Op de foto rechts op de achtergrond de weg naar de Sippeling.

In september 1910 werd de oorlogsdreiging tussen de Centrale Mogendheden (Oostenrijk-Hongarije) en de Geallieerden (Rusland, Frankrijk en Engeland) duidelijker. Ook in Nederland werden strategische voorzorgsmaatregelen genomen. In 1912 werd het veldgrijs ingevoerd en kregen de dienstplichtige huzaren geen Attila meer. Het aantal oefeningen nam toe. Luitenant W.A. van den Wall Bake vertelt hoe het er aan toe ging op deze oefeningen:

Belangrijke onderofficieren van 4RH tijdens een schietoefening op de Harskamp.
Staand vlnr: wmr Reitsma, onbekend.
Zittend vlnr: owi van Capellen, wmr Stevens, wmr Dijksta. Vooraan vlnr: wmr van Leeuwen en wmr Stellingwerf

Op 16 september 1911 werd op de heenmars naar een oefening in Elspeet, met bazuinen en pauken voorop, op ’t Loo’ voor H.M. Koningin Wilhelmina gedefileerd. Er vonden ook weer wisselingen plaats in het regimentscommando. Van 1912 tot 1913 commandeerde kolonel Ph. H Tielens het regiment. Hij werd opgevolgd door luitenant-kolonel R.G.B. van Overveldt, die hiertoe tot kolonel werd bevorderd. Hij zou tot 1918 het commando over het regiment voeren. Luitenant-kolonel Jhr. E.W. van Wrangel auf Lindenberg was de belangrijkste hoofdofficier van 4RH in die tijd. Ritmeester adjudant was A.W.E. Gelderman en ritmeester toegevoegd C.J.G.L. van Den Berg van Saparoea. Deze laatste was ondermeer belast met de kaderopleiding die destijds nog bij de regimenten zelf plaatsvond. Kapitein kwartiermeester was A.D. de Roos. De paardenarts was Paardenarts 1e klasse J. Maas. De standaarddrager was adjudant Th.R. van Zoom, die bij de huzaren de bijnaam ‘de Olde Doris’ had. Het 3e eskadron werd gecommandeerd door ritmeester R.O. van Manen, die in september 1913 de ritmeester J.G. Pabst had opgevolgd. Binnen 3-4RH dienden verder 1e lnt A.P.M.A. Storm de Grave, 1e lnt J. Knel, 2e lnt Jhr. D.J.H.N. den Beer Poortugael en 2e lnt H.G.J. Völcker. 4-4RH werd gecommandeerd door de ritmeester Jhr. M.C.G.J. de Rotte met verder binnen dit eskadron 1e lnt H.G.J.C. van Stockum, 1e lnt H.C.G. Baron Lawick, 2e lnt T.A.E.R Wijnoldy Daniëls en 2e lnt W.C.M. Schmidt.
In Deventer lag in deze tijd ook nog een detachement (peloton) ordonnansen, dat onder bevel stond van 1e lnt Jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet. Dit peloton behoorde tot het eskadron ordonnansen, dat in 1881 was opgericht om over voldoende getrainde en betrouwbare ordonnansen te beschikken voor diverse divisie- en lagere staven. De ordonnansen werden met zorg uitgekozen. De rij-opleiding van deze mannen was nog straffer dan die van de eskadrons van de regimenten. Ze werden getraind in zogenaamde ‘ordonnans-draf. Een tempo dat aanzienlijk hoger lag dan normaal. De paarden voor deze ordonnansen werden ook met zorg uitgekozen. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog vertrokken geregeld twee ordonnansen vanuit Deventer naar Amersfoort en van het detachement in Amersfoort naar Deventer. Nauwlettend werden de tijden van vertrek en aankomst gevolgd, want de afstand moest binnen een bepaalde van hogerhand vastgestelde tijd geschieden. Deze ordonnansen droegen, in tegenstelling tot de huzaren van 4RH, rode attila’s. In plaats van een regimentsnummer hadden ze ook een zilveren ster op hun sabeltas.
Wachtmeester Feberwee vertelt in grote lijnen hoe de opvang van nieuwe dienstplichtigen ging in die tijd:

Deventer – Bevrijdingsfeest 100 jaar 1813-1913 (13 juli 1917) Parade 4RH op de Brink te Deventer.
Foto uit 1917 van de kantine in Zutphen. 2e van rechts is een geïnterneerde Belg, links achter de toonbank (met snor) is cantine-baas Hendrik Hasselman, naast hem achter de twee infanteristen staat F.H. Wiendels. Koffie 5 ct, thee 4 ct, speculaas 12 ct en gebak een dubbeltje.

In 1913 werd er een eeuwfeest gehouden om te vieren dat het 4e Regiment Huzaren 100 jaar bestond. De kazerne en stallen werden prachtig versierd.

Eeuwfeest 4RH voor een prachtig versierde kazerne.
Met sabel tweede van rechts de toenmalige korporaal G.R. Kolkert.
Eeuwfeest 4RH. Ook de stallen waren versierd. Derde van links wachtmeester G.R. Kolkert

Mobilisatie in 1914

Nadat op 30 juli 1914 om 15.00 al een voorwaarschuwing was ontvangen, kwam in de namiddag van 31 juli het bevel tot Algemene Mobilisatie binnen. Onder deze bijzondere omstandigheden vond nog een beëdiging plaats op 5 augustus op het Wechelerveld van de 2e luitenants Blaauw en Baron Sirtema van Grovestins. Op 8 augustus werd ingeladen op de spoorstations in Twello en Zutphen en vertrok het regiment naar Brabant met drie eskadrons. Het 1e eskadron bleef in Zutphen, maar werd enkele malen ingezet bij rellen in Amsterdam.
Deze rellen waren meestal het gevolg van voedselschaarste. Tijdens de afwezigheid van 4RH lag een infanteriebataljon en het 11e Landweerbataljon in de kazerne in Deventer.

4RH opgesteld op het achterterrein van de Cavalerie kazerne in Deventer, vlak voor de afmars naar Brabant tijdens de mobilisatie van 1914. De blauwe sabels zin oorlogsuitrusting. Sommige huzaren dragen al het veldgrijs. Geheel rechts op de foto owi Remelink.

In ’s Hertogenbosch werden de drie eskadrons uitgeladen en naar Best gemarcheerd, waar het regiment tot 12 augustus zou blijven. Op deze dag werd de gehele cavaleriebrigade verenigd op de Beerse Heide. Naast 4RH waren ook 1RH, 2RH (ieder met drie eskadrons) en twee batterijen van het Korps Rijdende Artillerie onderdeel van de cavaleriebrigade. Gedurende deze warme en nerveuze dag werd de cavaleriebrigade geïnspecteerd door generaal-majoor Pietersen. Ook werden ‘zwartdrukken’ met gedeeltes van de stafkaart van België erop, uitgedeeld. Tegen de avond werd tot legering overgegaan. Aanvankelijk werd het naar Alphen en Riel gestuurd en bleef hier tot 22 augustus.

Over dit stukje tocht vertelt huzaar H. van Essen:

Foto van huzaar H. van Hessen. Mobilisatie 14-18. Gilze. Zittend van links naar rechts: korporaal Leentinkg, mevr. Klaassen, wmr H. van Essen, kwartierbaas A. Klaassen, van de Hoek, de broer van mevr Klaassen. Staande van links naar rechts: huzaar Jonkman, huzaar Bruins, de knecht, korporaal Schieving, de dienstbode mej. Broks en korporaal J. Dekker.

Na 22 augustus werd het regiment verplaatst naar Nispen en Hoogerheide. Onder andere stond dagelijks een peloton als bewaking bij de grensovergang ‘Jagerrust’ op de weg Kalmthout-Rucphen. Daarnaast werden regelmatig bereden patrouilles gereden langs de grens. Huzaar H. van Essen vertelt over de inkwartiering te Nispen:

1917 Strozakken vullen tijdens de mobilisatieperiode

Begin oktober 1914 kwamen veel Belgische vluchtelingen uit Antwerpen (wat toen op het punt stond veroverd te worden door de Duitsers) over de grens. Om deze onderdak te verschaffen werd 4RH door de infanterie afgelost, waardoor ruimte ontstond. Er was immers dan geen ruimte voor paarden meer nodig. Op 5 oktober vertrok daarom het 3e eskadron naar Gilze. Het 4e eskadron vertrok naar Rijen en het 2e eskadron naar Dorst.
De kwartiergever moest hierbij zorgen voor de voeding van man en paard. Bij de infanterie werden echter in deze tijd al keukenwagens ingevoerd, maar niet bij de cavalerie. Huzaar H. Jansen vertelt

De zware mitrailleur sectie 4RH. Met veldkijker 1e luitenant Beelaerts van Blokland.

In februari 1915 werd bij 4RH een mitrailleur-sectie (met twee mitrailleurs) opgericht onder bevel van 1e luitenant Jhr. F. Beelaerts van Blokland. Ter voorbereiding hiertoe was eerder een sectie mitrailleurs van 3RH (onder leiding van 1e luitenant A. Blussé van Oud-Alblas) gedetacheerd geweest bij 4RH. Adjudant P. Reitsma doet hiervan verslag:

Prachtig sprong van huzaar Koetje samen met zijn (tweede) mitrailleurpaard. Foto gemaakt tijdens de mobilisatietijd in Brabant.
Mobilisatie 1914-1918. Een aantal ingekwartierde huzaren bij 4RH in Nispen bij Roosendaal met hun gastgezin.
Voorste rij van links naar rechts: wmr trompetter Fabrie, Hagema, dienstmeisje, echtgenote van kwartierbaas, kwartierbaas en wmr Reitsma. Tweede rij van links naar rechts: broer van de kwartierbaas, onbekend, ‘lange’ Jansen, onbekend, Willemsen te paard, Kroes en ‘kleine’ Jansen.
Een groepje huzaren trekt over de pontonbrug over de Oude Maas.

In de zomer van 1915 kwam H.M. Koningin Wilhelmina opnieuw naar Brabant en inspecteerde o.a. ook de cavaleriebrigade. De brigade vergezelde haar reis vanaf de Roosbergsche Tiend naar de Rechte Heide. Daar werd voor het front van de brigade een beëdiging gehouden voor de nieuw benoemde 2e luitenants. Huzaar Jansen vertelt weer:

1914 Smidse te velde. Op de foto van links naar rechts wmr1 Steven (2-4RH), wmr hoefsmid de Bruin (1-4RH) en kpl zadelmaker Lier (1-4RH).

In 1915 werden de karabijnen voorzien van bajonetten. Tot september 1915 zou 4RH in westelijk Noord Brabant blijven. Van 8 september 1915 tot 29 juni 1916 was 4RH gelegerd in de Cavaleriekazerne te Breda, de latere Trip van Zoudtlandtkazerne. Het 4e eskadron werd bijvoorbeeld ondergebracht in de geheel daartoe verbouwde manége. De cavaleriebrigade werd hierna geleidelijk van Midden-Brabant naar Noord-Brabant verplaatst. Van juli tot november 1916 lag 4RH dan ook in Son, Breugel en Best** om vervolgens tot april 1918 in Uden (2e en 4e eskadron) en Volkel (3e eskadron) te verblijven. Adjudant P. Reitsma (destijds wmr) vertelt hierover:

** Regimentsstaf en 3-4RH bleven in Best, 4-4RH en sectie zware mitrailleurs werd gelegerd in Son en Breugel.

Het laatste gedeelte van de mobilisatietijd lag 4RH in Oisterwijk en Haren. De sectie zware mitrailleurs was ingedeeld op het kasteeltje ‘De Nemelaer.’ Luitenant Jr. D.J.H.N. den Beer Portugael heeft hier nog een smakelijk verhaal over:

Een prachtige foto van de opgestelde Sectie Zware Mitrailleurs 4RH tijdens de mobilisatieperiode

Ook adjudant Reitsma vertelt over de legering in kasteel De Nemelaer:

Een Schwarzlose mitrailleur op het terrein van het kasteel ‘De Nemelaer’ te Haren. Staande stukscommandant (rechts) is wmr Reitsma. Knielend huzaar Kuperus.

Korporaal J.H. Buys (lichting 1917) geeft ons een beeld van een twee partijen oefening te velde tijdens de mobilisatie tijd. Zijn paard heet Napoleon (‘Nappie’):

Het 4e Regiment Huzaren kreeg helaas ook te maken met de Spaanse Griep die in 1918 door West Europa woedde. Twee huzaren van 4RH stierven aan deze ziekte. Adjudant P. Reitsma van de Sectie Zware Mitrailleurs:

De Sectie Zware Mitrailleur voor kasteel de Nemelaer. Geheel links (staande) luitenant Wijnoldy Daniëls

Pas op 8 april 1919 keerde het regiment weer terug naar de kazernes in Deventer en Zutphen. De kazerne in Zutphen lag in een deel van het voormalig convent ‘Isendoorn’ dat op 1 mei 1854 in gebruik was genomen. In 1860 en 1869 werd het complexe complex als kazerne gebruikt.

Links korporaal J.H. Buys. Midden huzaar P. Ariens en rechts huzaar Witte.
Nog een foto van J.H. Buys. Dit keer van lichtingsploeg 1917. Van links naar rechts: ten Bos, korporaal Kooi, A. Miltenburg, onbekend, onbekend, Buurse, D. Brinkman, Boonen, van de Weerd, Konings en inzender Buys.
Geknield: P. Ariëns, C. van Leeuwen, van Gelder en ten Kate. Liggend: Damming en Bolhaar.
Mobilisatie 1914-1918. Staf 3-4RH en mitrailleur sectie. Staande 2e van links 1e lnt Knel, 4e van links 2e lnt baron Sirtema van Grovestins. Zittend 2e van links 1e lnt Jhr. Beelaerts van Blokland.

Inzet bij rellen

Gedurende de gehele mobilisatie was het 1e eskadron (zoals boven vermeld) in Zutphen gebleven en werd ondermeer voor onderdrukking van rellen ingezet. Gedurende de zomer van 1918 verwisselden het 1e en 2e eskadron tijdelijk van taak en standplaats, maar in november 1918 lag het 1e eskadron weer te Amsterdam vanwege verwachte problemen. De locatie was de plaatselijke cavaleriekazerne. In deze maanden deed zich ook mobilisatie-moeheid voor. De bolsjewisten revolutie in Rusland en de communistische opstanden in Duitsland lieten ook Nederland niet onberoerd. Ook de jarenlang rantsoenering had haar sporen nagelaten.
Overal stak het communisme de kop op, mede veroorzaakt tot de sterk dalend welvaartsniveau en voedselschaarste als gevolg van de geallieerde blokkade op het oorlogvoerende Duitsland. Ook het leger was niet immuun voor dit verschijnsel.

Mobilisatie 1914-1918. Oversteek per pont over de Nieuwe Maas in Noord Brabant. Aan de bomenrij op de achtergrond te zien ergens bij Heusden-Drimmelen.

Het 1e eskadron van 4RH (onder leiding van ritmeester Nierstrasz en 1e luitenant Hollertt) werd vanaf augustus 1918 ingezet om lokale politie te versterken, o.a. in Amsterdam. Ook onder enkele legereenheden nam de onrust toe en werd demobili- satie geëist. In de Harskamp was het al tot ernstige ongeregeldheden gekomen onder de daar gelegerde infanterieeen- heden. De Sectie Zware Mitrailleurs werd begin november eveneens naar Amsterdam gezonden om 1-4RH te versterken. Op 12 november zette Toelstra in een rede aan tot revolutie. Op 13 november 1918 werd de Cavaleriekazerne aan de Sarphatie- straat in Amsterdam bestormd duizenden arbeiders, matrozen en soldaten onder aanvoering van de communistenleider David Wijnkoop. De stoet was op weg naar de Oranje Nassau kazerne om de vrijlating van een eerder gearresteerde arbeider te eisen. Een heuse revolutie dreigde uit te breken. Toen men de cavaleriekazerne passeerde keken de huzaren uit de ramen op de eerste verdieping naar de menigte. De betogers riepen de huzaren op zich bij hen aan te sluiten. Een man met een bijl liep voorop en probeerde het met een ketting afgesloten hek van de poort van de cavaleriekazerne te openen. Deze man zou eveneens met een revolver op een schildwacht hebben geschoten en die hebben geraakt in de mouw. De wacht- commandant 1-4 RH de wachtmeester Kroon, hield het hoofd koel en liet het vuur openen op de menigte. Dit resulteerde in 3 doden en 7 gewonden. Dit haalde de angel uit de opstand. Op 14 november was er in Amsterdam weinig meer te merken van de revolutionaire stemming. Dat gold overigens voor het hele land. Troelstra was op 13 november zelf al gaan twijfelen aan de door hem aangekondigde revolutie. Door confessionele partijen en vakbonden werden inmiddels voorbereidingen getroffen voor massabijeenkomsten tégen de revolutie en vóór de monarchie. Gezagsdragers die in het begin van de week nog twijfelden aan de toekomst van het bestaande bestel, begonnen hun zelfvertrouwen terug te krijgen. Milicien-huzaar A. Assink uit Schalkhaar was erbij en vertelt:

Achteraf gezien was die bloedige dertiende november in Amsterdam misschien wel een belangrijk keerpunt in de Nederlandse revolutie die niet doorging. Naar veler overtuiging heeft wachtmeester Kroon van het Regiment Huzaren van Boreel door zijn moedig en beleidvol optreden de dreigende revolutie bezworen. Pas enige jaren na de oorlog werd Kroon’s verdienste erkend. In 1927 kreeg hij het Ridderkruis met Zwaarden in de Orde van Oranje-Nassau **. Hij was hiermee de eerste onderofficier dit deze hoge onderscheiding kreeg. Het Regiment Huzaren van Boreel is nog steeds trots op deze heldendaad. Het toont de kracht van haar haar onderofficier korps. Actie als actie wordt gevraagd. Handelen, ook als er geen officieren aanwezig zijn.

** Wmr van de Kroon werd vervolgens adjudant pikeur aan de Rijschool in Amersfoort. Hij overleed helaas in de kracht van zijn leven nadat hij de Landmacht had verlaten en hoofd van de Bereden Rijkspolitie was geworden.

Adjudant Reitsma vertelt over het vertrek naar Deventer:

Mobilisatie 1914-1918. Attila en veldgrijs door elkaar heen. 1 = wmr P. Reitsma, 2 = huzaar Jansen (‘de Lange’)

Nieuwe Standaardopschriften en een nieuwe oprichtingsdatum


Nadat in maart 1918 luitenant-kolonel T.L.S. Nedermeyer ridder van Rosenthal het bevel over 4RH had gevoerd, nam in 1919 luitenant-kolonel Jhr. H.F. van Kinschot het regimentscommando over. Bij K.B. van 17 april 1919 werd aan 4RH vergund om naast het opschrift ‘Tiendaagse Veldtocht’ ook het opschrift ‘Quatre Bras en Waterloo 1815’ op het Standaarddoek aan te brengen. Dat was de bekroning van het ijveren van 1e luitenant Beelaerts van Blokland, die zijn nasporingen naar de wortels van het regiment in 1914 had samengevat in een boekje van 24 pagina’s ‘Oorsprong en Standaard van het 4e Regiment Huzaren’. Op 14 mei 1919 werd een regimentsorder uitgegeven waarin bekend gemaakt werd “dat het H.M. De Koningin, na gehoord advies, behaagde, aan het 4e Regiment Huzaren te vergunnen, voortaan het opschrift ‘Quatre Bras en Waterloo 1815’ in de standaard te voeren.” En zo konden het voormalige Regiment Hussaren No. 4 (1813) en het 4e Regiment Huzaren (1919) na een eeuw van bestaan elkaar de hand reiken. Op 26 en 27 september werd het eeuwfeest vijf jaar en tien maanden na dato alsnog uitgebreid gevierd met een tweedaags programma. Op 26 september werd ondermeer een grote parade gehouden op de Gorsselse heide. Aan de korpsmaaltijd in ‘De Schouwburg’ van Deventer zaten 150 actief dienende reserve- en oud officieren van het regiment aan. Huzaar Assink vertelt verder over zijn diensttijd bij 4RH:

De officieren van 4RH zonder het 1e eskadron in augustus 1914 te Riel (zuid van Tilburg). Het 1e eskadron was te Zutphen gebleven. Zittend van links naar rechts: ritm de Rotte (Cdt 4-4RH), ritm van Manen (Cdt 3-4RH), 2e lnt Smidt (4-4RH), 1e lnt Boellaard (2-4RH), maj Benteijn (hoofdofficier Zutphen), kol R.G.B. van Overveldt (achter de tafel, RC 4RH), ritm Eberson (Cdt 2-4RH), 2e luitenant Beelaerts van Blokland (2-4RH), Officier van Gezondheid 1e klasse H.A. Boon, 2e lnt van der Nagel (zittend in stoel, KNIL cavalerie).
Staande van rechts naar links: res 1e lnt H. Ter Beek, Paardenarts 1e klasse W. Folmer, 2e lnt van Heijden (half verscholen, 3-4RH), 2e lnt den Beer Poortugael (4-4RH), res paarden arts 2e klasse H. Ter Beek (met kepie), 2e lnt Wijnoldy Daniëls (4-4RH), 2e lnt Boreel (met riem, 2-2RH), ritm regiments adjudant Gelderman, res 2e lnt den Tex, 1e lnt Blussé van Oud-Alblas (met pijp in de mond, 1-3RH), 1e lnt Baron van Lawick (4-4RH), res 1e lnt Baron de Smeth (4-4RH), ritm adj staf van den Berg van Saparoea, 2e lnt Tedening van Berkhout, 2e lnt Völcker, 2e lnt Baron van Sirtema van Grovestins (3-3RH). Achterste twee mannen rechts met platte muts. Van rechts naar links: 1e lnt kwartiermaker Kuijk en 2e lnt Baron van Randwijk (2-4RH)

Huzaar Kloezen vertelt over huzarentruukjes in 1920:

4RH wordt 4HRH


In 1922 trad luitenant-kolonel A.W.E. Gelderman aan als regimentscommandant. Hij werd geconfronteerd met zware bezuinigingen. Alle regimenten huzaren werden gehalveerd, zodat er sprake was van vier halfregimenten. 4RH werd nu dus het 4e Half Regiment Huzaren (4HRH). In oorlogstijd moest 1HRH samen met 4HRH het I Regiment Huzaren vormen. 2HRH en 3HRH vormden II Regiment Huzaren. De halfregimenten bleven wel als zelfstandige eenheid bestaan en mochten hun archieven en standaarden houden. 1HRH behield zijn 1e en 2e eskadron en mitrailleureskadron. 4HRH mocht het 3e en 4e eskadron behouden. 3HRH behield ook haar 1e, 2e en mitrailleur eskadron en 2HRH het 3e en 4e eskadron. Van de regimentscommandanten mocht er één kolonel zijn (meestal bij 3HRH), twee waren er luitenant-kolonel (in ieder geval bij 1HRH) en één was er majoor (afwisselend bij 2 of 4HRH). Zo was majoor E.P.M. Clavareau de regimentscommandant van 4HRH van 1924 tot 1927. 4HRH moest dus twee eskadrons inleveren, waardoor ook het garnizoen in Zutphen niet meer nodig was en verdween. De kazerne in Zutphen (voormalig convent ‘Isendoorn’ werd op 6 mei 1922 afgestoten. De gebouwen hiervan zijn overigens door de Duitsers opgeblazen bij de bevrijding van Zutphen op 7 en 8 april 1945.

Het officierskorps van 4HRH poseert voor een foto in 1922 voor hotel ‘De Eikelboom’ in Gorssel.
Voorste rij vlnr: 1e lnt W.A. van den Wall Bake, 1e lnt K.G.W. Baron van Wassenaar, lkol Jhr. H.F. van Kinschot (RC), maj A.W.E. Gelderma, ritm Jhr. W.C.M. De Jonge van Ellemeet, kapt adm. R.G.G. Riegen, 2e lnt J.B.A.F. van Eekelen, paarden arts 2e klasse J.L. Vorkink. Middelste rij vlnr: 1e lnt Jhr. W.C. Boreel, ritm adj J.B van de Dussen, ritm L.H.A. Crommeling, 1e lnt A.D. Heuff, 2e lnt J.J. Ceuvel en 2e lnt B.R.P.F. Hasselman. Achterste rij van vlnr: 1e lnt J.S. Boom. 1e lnt H. Wilbrenninck, ritm F.J.J. Baron van Heemstra, 2e lnt J.G Manger Cats, 2e lnt W. Kits, 1e lnt C.L. Hollertt.

De opgedragen halvering van het regiment leverde natuurlijk veel teleurstelling op. Niet alleen voor de indeling van kader en manschappen, maar ook voor de indeling van de paarden. H. Hillebrand vertelt hoe dit zat:

Parade op de Brink op 1 september 1924. Voorop ritmeester Crommelin (de latere RC) met naast hem de luitenant N. van de Minne. Daarachter ritmeester Wynoldy Daniëls. Geheel links op de flank de toenmalige wachtmeester (en latere standaarddrager van Unen)

In 1924 was de reorganisatie voltooid. Samen oefenen gebeurde echter alleen bij de jaarlijkse cavaleriemanoeuvres in september. In 1924 werd echter ook nog een tiendaagse oefening door 4HRH gehouden in Brabant en Noord-Limburg. Op 18 september werden toen het 3e en 4e eskadron naar Oisterwijk gedirigeerd. De eerste vier dagen werd geoefend in brigade-verband bij Chaam en Chaamdijk. Dagen van 70 km te paard, althans voor sommige onderdelen, waren regel. Vertrekkend om 05.00 uur s’ morgens werd soms pas weer om 19.00 ’s avonds bivak betrokken. De geweldige wolkbreuk aan het begin van de oefening en de vroege ochtend bij Gilze was ook onvergetelijk. Onder majoor Clavareau werden de twee eskadrons de tegenstander (Oostpartij) en werd sprongsgewijs teruggetrokken naar oost van de Maas. Achtereenvolgens overnachten zij in Boxtel, Gemers, Schanderloo, Arsen, Velden en Erp en tenslotte in Grubbenvorst. Van slaap kwam weinig terecht. De oefeningen werden afgesloten met een defilé voor H.M. De Koningin te Venlo.

Een opname van de laatste lichtingsploeg 1920 van het 1e eskadron te Zutphen. Van links naar rechts liggend: Wolff, van Delden, Schuiling, Brunsvelt en van Veen. Zittend: Vorenkamp, Steenbrugge, onbekend, Seinen, wmr Hoogebrugge, Hulshof en Stolte. Staand: Timmerman, Peereboom, onbekend, onbekend, wmr Prins, Olthof, Wichen en Rosink. Helemaal bovenaan: Verseveld, Bouwmeester, onbekend.

Huzaar Schreuder geeft nog een mooi beeld over de opkomst van dienstplichtigen op de Boreel-kazerne:

Huzaar Procée vult hem aan en vertelt over de opkomst voor de dienstplicht in 1920:

In mei 1925 kwam het 5e eskadron zich vanuit Amersfoort bij 4HRH voegen. In 1927 nam majoor P.H. Hekkema het regimentscommando over. Ook in 1928 werd weer geoefend. Dit maal in de omgeving van Midden- en Zuid-Limburg, waar het regiment minder bekend was met het terrein. Op 13 september werd te Venlo uitgeladen en marcheerden de beide eskadrons naar Herckenbosch en Vlodrop-Posterholt. De volgende dagen werd opgemarcheerd richting zuiden waar genoten werd van het prachtige Limburgse glooiende landschap, inclusief de gastvrijheid van de Limburgse bevolking. Het 3e eskadron was achtereenvolgens in Echt, Sittard, kasteel Amstenrade, Schin-op-Geul, Nischwiller en wederom in Schin-op-Geul. Het 4e eskadron trok van Stevensweert, Berg-Urmond, Hoensbroek, Gulpen naar Schin-op-Geul. De beklimmingen en afdalingen te paard door de heuvels van Limburg waren onvergetelijk, waardoor de verkenningstaken nog spectaculairder waren.
Het einde van de oefening was trein beladen in Heerlen en een treinverplaatsing naar Deventer.

Zomer 1921. Luchtfoto. Het 4e Regiment Huzaren eskadronsgewijs in peloton colonnes op de Gorsselse heide.

Ook in de omgeving van Deventer werd geoefend. Op dinsdag werd geoefend in eskadronsverband, op woensdag in regimentsverband. Donderdag was er inspectiedag. Dan werden voor de officieren vaak tactische oefeningen op de kaart of in het terrein gehouden. Soms kwamen dan de commandant van het Veldleger en de commandant van de Cavaleriebrigade samen per trein uit Den Haag. Op het station van Deventer werden ze opgewacht door enige officieren, die twee extra paarden door hun oppassers lieten meevoeren voor de hoge gasten. Normale opdrachten voor de eskadrons waren het optreden als voorhoede, flankbeveiliging of achterhoede. Twee voorste ruiters reden spitspatrouille vooraan. Ook waren er zijpatrouilles en verbindingsruiters. Pantserwagens waren er nog niet. Die kwamen pas halverwege de jaren ’30. Ook radioverbindingen ontbraken nog. Bij kleine oefeningen was er vaak een ‘tegenpartij’ die optredend als vijand, hinderlagen legde om de troep bij de les te houden. Tegen het middaguur was het eskadron weer terug in de stallen.

Een mooi beeld van zo’n veldoefening van 4RH geeft huzaar Hielkema:

Twee motorordonnansen vluchtten voor sabel zwaaiende aanstormende huzaren te paard
4 HRH aangetreden op de Brink te Deventer voor een plechtigheid. Ongeveer 1925. De platte stalen helmen (model 1917) waren slechts korte tijd in gebruik.

Ook huzaar S. Procée geeft een mooi verslag van een herhalingsoefening van 4-4RH:

Velddienstoefening uit 1926/1927. Herkenbaar aan de korte tijd gedragen stalen helm. Te paard rechts lnt Jhr. Mr. W.E. van Weede, in het midden 1e lnt Blussé van Oud Alblas, links onbekend. Op de fiets erachter wmr G. van de Berg.

In 1930 werd majoor L.H.A. Crommelin regimentscommandant en in 1931 majoor K.G. van der Mandele. Op 18 september 1931 werd er in Apeldoorn door 4Rh gedefileerd voor H.M. Koningin Wilhelmina op Paleis ’t Loo.

18 september 1931. Paleis ’t Loo. Voorop majoor K.G. van de Mandele. Daarachter ritmeester adjudant Jhr. H.I.B.T.A. von Heijden.

Omstreeks deze tijd werd het muziekkorps door majoor J.J.M. de Waal opnieuw opgericht onder leiding van staftrompetter Bouma. Het muziekkorps bestond wederom uit ene kern van beroepspersoneel aangevuld met dienstplichtigen. Op 9 juli 1932 schonk de gepensioneerde ritmeester J.B. van der Dussen twee fraai paukenkleden aan het nieuwe muziekkorps. Voor het front van 4HRH werden deze pauken-kleden door de heer en mevrouw van Dussen aan de pauken bevestigd onder dankzegging van de commandant 4HRH. Op 16 september werd op ’T Loo’ in Apeldoorn met muziek en de Standaard gedefileerd voor H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana. De (half)regimentscommandant mocht daarna persoonlijk van H.M. de bijzondere tevredenheid met voorkomen en houding van de eskadrons in ontvangst nemen.

Aanbieden in van de paukenkleden door de gepensioneerde ritmeester J.B. van der Dussen met geheel rechts zijn vrouw. Op de schimmel wachtmeester Roos. Links te paard de toenmalige RC K.G. van der Mandele.

Het militaire berichten verkeer was in deze tijd nog steeds met trompetsignalen. Ieder eskadron had twee trompetters. Je kon het zo gek niet verzinnen, of er was wel een trompetsignaal voor. Om verwarring te voorkomen waren die signalen voor infanterie, cavalerie en artillerie verschillend. Een infanterietrompet klonk ook anders dan die van de cavalerie. Daarnaast waren er ook verschillen per eskadron. Reeds bij het begin van het trompetsignaal wist je daardoor of je er verder naar moest luisteren. Het leren herkennen van trompetsignalen werd vergemakkelijkt doordat men overal teksten bij had bedacht. Bij het signaal ‘hooivoeren’ hoorde de tekst: ‘fourier, fourier, de schimmel is los. De paarden verrekken van honger en dorst.’ Het signaal voor avondappel om tien uur had de tekst: ‘Ga voor je kotje staan, ga voor je kotje staan, daar komt de duvel aan, daar komt de duvel aan.’ Het signaal voor ziekenrapport werd onthouden door: ‘Wie is vannacht naar de hoeren geweest? Voor de dokter! Voor de dokter!’

Fouragewagen met op de bok J. Bronsma

Een bericht van huzaar H. de Groot geeft een mooi beeld van het huzaren leven van destijds. Hij schrijft27:

Het leven binnen 4HRH draaide om de paarden. Een eskadronscommandant moest niet alleen de 115 mensen van zijn eskadron kennen, maar ook de 120 paarden. Dat gold niet alleen voor hun leeftijd, gezondheid en de staat van het hoefbeslag, maar ook van hun eet- en drinkgewoontes, nukken en onhebbelijkheden. Nadat de paarden waren gedrenkt, verzorgd en gevoed, ging de troep naar de chambree (hun slaapzalen), waar ze meestal wel enige gepensioneerde collega’s troffen. Daar roddelde men over militaire aangelegenheden, paarden, collega’s, promoties en overplaatsingen. Bij de middagdienst waren alleen de toezichthoudende officieren van de week aanwezig. Dan was er staldienst en werden de ‘piepers gejast’ (aardappelen schillen). Voor de andere officieren was er dan gelegenheid voor paardrijden, tennissen of het afleggen van bezoeken.

Huzaar de Groot heeft een mooi verhaal over paarden:

Muziekkorps 4RH in de periode 1937-1938

Een tweede verhaal over weerbarstige paarden komt van korporaal (en later wachtmeester) Feberwee:

Beëdiging in de stenen manage op de Boreel kazerne in Deventer in 1936. 1 = ritm A.M.C. Mazel, 2 = de nieuwe luitenant onbekend, 3 = ritm Pahud de Mortanges, 4 = standaarddrager van Unen, 5 = korporaal L. Bos, 6 = korporaal P. Linker.

Schietoefeningen werden niet in Deventer uitgevoerd, maar op schietbanen in de regio, o.a. in de Harskamp en op de Leusderheide bij Amersfoort. Huzaar Jan Dam vertelt over zijn belevenissen op de schietbaan:

4HRH op de Harskamp in 1936. Voor rij v.l.n.r. wmr de Regt (2HR), adj Reitsma, opper Alles, wmr de Vos, aspirant off onbekend, wmr Muiser. Daarachter v.l.n.r aspiant off onbekend en wmr Mensink.

Weer gedoe rond de oprichtingsdatum

In een order van de Commandant van de Lichte Brigade van 11 juli 1928 was de eerder bepaald oprichtingsdatum van 4HRH (25 november 1813) formeel vastgelegd. Tot grote schrik kwam er echter een Ministeriële Beschikking van 15 april 1934 binnen, waarin de oprichtingsdatum weer terug naar 25 november 1818 werd gesteld. De regimentscommandant majoor K.G. van der Mandele, vergezeld door ritmeester A.C. Eland organiseerde echter een audiëntie bij de Minister van Oorlog. Dit had succes en bij de nieuwe Ministeriële Beschikking van 11 juni 1934 werd de datum weer op 25 november 1813 bepaald.

3e pel 4-4RH, lichting 1912 te Zutphen. Staande van links naar rechts: Kpl. Van de Berg, ten Kate, Tukker (?), Meijerink, Hukker, Naves, van Laar, van Zwieten en Protman. Zitten van links naar rechts: Veltkamp, Slijkhuis, Bolder, Nijdam en Klomp.

Trompetter Ettema heeft nog een smakelijk verhaal over de karabijnen die normaal in wapenrek op de slaapzalen stonden:

Cavaleriekazerne wordt Boreelkazerne

Het 4e Regiment Huzaren staat aangetreden ter gelegenheid van de onthulling van de steen ‘Boreelkazerne.’ Op de rug gezien luitenant-kolonel K.G. van de Mandele, 2 = owi G. van de Berg, 3 = 2e lnt van Manen, 4 = wmr van de Hoef, 5 = 1e ritm K.G.A. Feist, 6 = majoor J.P. van Diepenbrugge, 7 = wmr Kers, 8 = wmr Muiser, 9 = 2e lnt Jhr J.J.G. Beelaerts van Blokland, 10 – ritm A.M.C. Mazel, 11 = wmr W. Haveman, 12 = 2e lnt Ootmar, 134 = adj van Unen

Bij ministerieel besluit van 24 september 1934 kregen de kazerne een naam in plaats van aanduiding. De Cavalerie kazerne in Deventer (gebouwd in 1847) werd ‘Boreelkazerne’ en de kazerne der Bereden Wapens in Amersfoort werd ‘Prins Willem III kazerne.’ Op 26 november 1934 had de plechtige onthulling van de naamplaat plaats. Hierbij waren aanwezig het hoofd van de familie, Jhr. Mr. J.W.G Boreel van Hogelanden, oude burgemeester van Haarlem, en Jhr. Dr. A. Boreel, verbonden aan het Nederlandse gezantschap in Praag en achterkleinzoon van de oprichter. Majoor K.G. van de Mandele, memoreerde voordat hij tot onthulling van de naamplaat overging, de militaire loopbaan van de oprichter en herdacht meer speciaal zijn bijzondere verdienste als regimentscommandant. Hierna nam Jhr. Mr. J.W.G. Boreel van Hogelanden het woord en bracht de persoon van zijn voorvader naar voren als ‘vaderlander’, officier en mens. Hierbij haalde hij voorbeelden uit diens leven aan. Meer speciaal herinnerde hij aan het vleiende oordeel over het Regiment Hussaren No. 6 van de Hertog van Wellington, die hij na de slag bij Waterloo uitte tegenover de grondlegger van het regiment.
Namelijk dat hij: “het regiment in actie gezien te hebbende, moeilijk kon geloven, dat dit voor het grootste deel slechts uit jeugdige vrijwilligers bestond.” Ook de regimentscommandant van I. RH, luitenant-kolonel L.H.A. Crommelin en de burgemeester van Deventer, M.F.W.R. Wittewaall hielden allebei een korte toespraak. Onder het spelen van het ‘Wilhelmus’ werd vervolgens de naamplaat van de Boreelkazerne onthuld door Jhr. J.W.G. Boreel van Hogelanden.

4HRH trekt over de IJssel. Het moet omstreeks midden jaren twintig zijn geweest, want ze dragen de platte stalen helmen (model 1917) die slechts korte tijd zijn gebruikt.

Zo en af toe werden huzaren ter ondersteuning uitgeleend aan infanterie eenheden, omdat de commandanten van infanterieregimenten te paard hun functie uitoefenden. Huzaar Jan Dam (lichting 1933) vertelt hierover:

1934: inspectie door RC 4HRH majoor K.G. van de Mandele. De eskadrons staan opgeteld voor de stallen van het 4e eskadron. Links het wachtlokaal plantonstallen. Rechts achter de stenen manage. 1 = majoor K.G. De Mandele, 2 = ritm adj H.I.B.T.A von Heijden, 3 = ritm Fruin, 4 = 2e lnt Hollertt, 5 = ritm A.M.C. Mazel. Voor de loods het muziekkorps 4HRH.

Op 25 november 1933 werd het 120-jarig bestaan van het 4e Regiment Huzaren uitgebreid gevierd. O.a. met een defilé voor het stadhuis in Deventer.

Defilé van 4HRH op 25 november 1933. Op het bordes staan de burgemeester en de RC, de toenmalige majoor K.G. van de Mandele. Het muziekkorps o.l.v. wmr Wisman op de voorgrond. Links naar het gemeentehuis het politiebureau. In de Polstraat wachten twee huzaren met de paarden van de RC en zijn ritmeester adjudant van Heijden.
Te paard majoor K.G. van de Mandele met naast hem burgemeester Wittwaal. Te paard 2e van links de kapitein Paardenarts Holsheimer. Naast hem ritm adj Fruin. De mannen rechts zijn onderofficieren van de regimentsstaf.
Defilé bij het NS station in Deventer. 1 = majoor K.G. van de Mandele, 2 = 2e lnt Ootmar en 3 – kolonel Crommelin
Drie onderofficieren krijgen in het openbaar hun zilveren medaille voor 24 jaar trouwe dienst. Vlnr Wmr Kolkert, wmr hoefsmid Laurijssen en wmr trompetter D.C. Wisman. Naast hem RC, majoor K.G. van de Mandele. Achter hem weer adj adm Meijll en ritm adj H.I.B.T.A. van Heijden. Naast die staat weer kap paardenarts Holsheimer en lnt adm Stein Pinto.

De zuinigheid van de overheid begin jaren dertig speelde ook 4RH parten. De toenmalige luitenant Beelaerts van Blokland heeft hier nog een verhaal over:

Koninklijk Bezoek

In 1935 kreeg het 4HRH koninklijk bezoek vanuit Saoedi Arabië. In dat jaar bezocht de Kroonprins Emir Ibn-Saoed met zijn gevolg uit Saoedi-Arabië het 4HRH op het Wechelerveld. Bij het ontstaan van Saudi-Arabië in de jaren twintig en dertig speelde aanvankelijk Nederland een hoofdrol. Niet vanwege de olie of handel, maar vanwege de pelgrimstochten naar Mekka. Van de tien-, soms honderdduizenden islamitische pelgrims die jaarlijks naar Mekka trokken was een groot aantal afkomstig uit Nederlands-Indië. Nederland had daarom in 1872 al een consulaat geopend in de havenstad Djeddah, dat zich bezighield met paspoorten, scheepspapieren, inentingen, ziekenzorg en repatriëring ingeval van overlijden. Dat was nodig, want de Hadj naar Mekka was in deze dagen een ware uitputtingsslag met een lange boottocht, vochtige hitte in Djeddah, ziektes, een dure kameelreis naar het 80 km verderop gelegen Mekka en berovingen onderweg.

Kroonprins Emir Ibn-Saoed op bezoek bij 4HRH op het Wechelerveld

Er was Nederland begrijpelijk veel aan gelegen om de miljoenen moslims in voormalig Nederlands Indië tevreden te houden. Omdat `Nederlandse’ pelgrims de meerderheid vormden, zag het koningshuis van Koning Ibn-Saoed al snel dat ze naast Engeland, Frankrijk en de VS, Nederland niet konden negeren. De jaarlijkse toevloed aan pelgrims was immers de belangrijkste bron van inkomsten voor de Hidjaz, de kuststreek van Djeddah en Mekka. Daarom stuurde Ibn-Saoed in 1926, kort na de verovering van dit gebied (op hun belangrijkste tegenstanders: de familie Hussein, bekend van o.a. de samenwerking met Lawrence of Arabia), zijn zoon prins Faisal niet alleen naar Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook naar Nederland. En bij de volgende staatsbezoeken aan Europese grootmachten in 1932 en 1935 werd Nederland opnieuw aangedaan.

Officiersbeëdiging op het Wechelerveld. V.l.n.r. ritmeester adjudant von Heijden, de beëdiginge (onbekende) luitenant, standaarddrager adjudant van Unen, de RC, luitenant-kolonel J.J. van Diepenbrugge. Naast het paard van adjudant van Unen de wachtmeeser Roskam.

De laatste van een lange reeks beëdigingen op het Wechelerveld of de Gorsselse Heide vond plaats op 1 april 1939, toen 2e luitenant J.A.C. Bartels en Jhr. A. Hooftgraafland van Schotervlieland de eed aflegden. Beiden kwamen over van de artillerie naar de cavalerie.

laatste beëdiging op de Gorsselse heide. Links de beide nieuwe luitenants. Rechts vooraan Lkol Jhr. S.M.S.A.A. De Marees van Swinderen (RC) met achter hem maj J.W. van Weede en ritm adj Jhr. H.I.B.T.A. von Heijden.
In de zomer van 1937 was Z.K.H. Prins Bernhard aanwezig bij de ‘africhting’ van een nieuwe lichting. Hij is hier op het Wechelerveld met de toenmalige regimentscommandant luitenant-kolonel J.J. van Diepenbrugge (rechts) met daarachter de luitenant-adjudant van Z.K.H. 1e luitenant Jhr. J.H.R.W. Roëll.

4HRH wordt II. Verk. A


Op 28 en 29 oktober 1937 werden tweedaagse oefeningen gehouden door 4HRH in de buurt van Laren en Bathmen, onder leiding van de toenmalige RC, luitenant-kolonel J.J. van Diepenbrugge. Aan deze oefening deed ook een detachement pantserwagens (drie stuks) mee, een zijspancombinatie en een stuk 6-veld van het Korps Rijdende Artillerie. Op 29 oktober werd de oefening door Z.K.H. Prins Bernhard (in uniform van een ritmeester 4RH) bijgewoond. Ondermeer was de Prins aanwezig bij een treffen dat ’s morgens om 9 uur plaatsvond in Bathmen bij de Schipbeek. De oefening ging verder naar Zandbeltermolen, Alemlose kanaal en Lettele. Uit één van de pantserwagens werd op een gegeven moment een imitatie brandbom gegooid naar een groepje ‘vijandelijke’ officieren, dat echter het gevolg van de Prins bleek te zijn. Gelukkig liep dit goed af.

Manoeuvres in 1937. Z.K.H. Prins Bernhard in uniform ritmeester 4RH aanwezig bij de oefening van 4HRH. In het midden oud RC 4RH, de toenmalige kolonel K.G. van de Mandele.

Op 28 augustus 1939 begon de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger, dat uiteindelijk over 300.000 manschappen zou beschikken. Door het paarsgewijs samenvoegen van de toen bestaande halfregimenten cavalerie, werden het Ie en IIe Regiment Huzaren (1RH en 2RH) gevormd en ingedeeld bij de Lichte Divisie. De vier halfregimenten hielden daarmee op te bestaan. Op 1 september vertrokken de nieuwe geformeerde 1RH en 2RH naar oostelijk Noord-Brabant. Behalve deze twee nieuwe regimenten bestond er nog vier verkenningsafdelingen (I t/m IV), elk ingedeeld bij een legerkorps. Deze bestonden uit oudere lichtingen huzaren, eveneens afkomstig uit de voorgenoemde halfregimenten. 4HRH leverde ook het personeel voor de IIe Verkenningsafdeling (II. Verk. A.). 4HRH had dus eskadrons geleverd voor het Ie Regiment Huzaren (de nieuwe eskadrons 3-1RH en 4-1RH) en eskadrons voor II. Verk. A. Het II. Verk. A. werd gecommandeerd door luitenant-kolonel Jhr. S.M.S.A.A. De Marees van Swinderen, die in de meidagen van 1940 nog een hoofdrol zou vervullen.

Oefening op het Wechelerveld. 1 = Lkol Jhr. S.M.S.A.A De Marees van Swinderen, 2 = 1e lnt H. Wilbrenninck, 3 = onbekend (vermoedelijk de ritm adj) 4 = owi van de Kruisweg
Vrijwilligers 1931 onder ritm Mathon en owi Sluijter. 1 = Trompetter Ettema, 4 = Witjes, 5 = van de Heide, 7 = huzaar B. Krist, 8 = huzaar Bakker en 11 = huzaar J. Geertsma

Trompetter Ettema vertelt ons over zijn band met het paard Buffel:

Intreden van de Standaard tijdens een plechtigheid in 1938. De bereden standaarddrager in het midden is adjudant Sluijter. De commandant geheel rechts is ritmeester A.M.C. Mazel. Links het muziekkorps van 4HRH te paard. Te zien zij de buitenmanege, het (kleine) loodsgebouw en een deel van het stallencomplex van het 4e eskadron en de nieuwe manege.
Het veldgrijs is ingevoerd en vervangt langzaam de Attila. Op de foto uit 1914 voor de Alvapoort van de kazerne in Zutphen poseren hier van links naar rechts 2e lnt G.C. Blaauw, 1e lnt Jhr mr. M.W.E. van Weede, ritm C.J. Nierstrasz (esk cdt 1-4RH), 1e lnt C.S. Sixma baron van Heemstra (tevens ordonnans officier van H.M. Koningin Wilhelmina) en 2e lnt J.S. Boom.
Op 25 november 1938 bestond het 4e (Half) Regiment Huzaren 125 jaar. Ter gelegenheid hiervan werd een schilderij van H.M. Koningin Wilhelmina aangeboden. Van links naar rechts: kapitein Stein Pino (militaire administratie), 1e luitenant J.L. Maris, ritmeester H.J.B.T.A. von Heyden, luitenant-kolonel (RC) S.M.S.A.A. de Marees van Swinderen, reserve majoor Jhr. Mr. W.E. van Weede en ritmeester Baron P.C. van Pallandt (die tijdens de meidagen 1940 op de Grebbeberg 3-4RH commandeerde).
Ook deze opname stamt van de viering 125-jarig bestaan van het 4e (Half) Regiment Huzaren toen de officieren van 4RH een bezoek aflegden aan het gemeentebestuur. Op de bordes van het gemeentehuis te Deventer zien we op de eerste traptrede v.l.n.r.: 2e luitenant Hollertt, ritmeester Feist (1-4RH), ritm van Eekelen. Tweede trede v.l.n.r: 2e luitenant Bosschieter, 1e luitenant Bakker Schut, luitenant-kolonel de Marees van Swinderen (RC), burgemeester Wittewaal, wethouder Kelderman, majoor Tedding van Berkhout, wethouder Buiting en een onbekende wethouder. Op de derde trede v.l.n.r.: 2e lnt van den Wall Bake, reserve majoor van Weede. Daarachter v.l.n.r.: kapitein paardenarts Holsheimer, 1e luitenant Peterse, 1e luitenant Maris, ritmeester Mazel (2-4RH), reserve ritmeester Baron van Pallandt (3-4RH), reserve 1e
luitenant Lulofs Umbgrove, reserve 1e luitenant Brandt en daarachter 1e luitenant kapitein militaire administratie Stein Pinto.
Ook de manschappen vierden mee met het 125-jarig bestaan. Ze gingen o.a. naar een voorstelling in de Schouwburg. Voor officieren en onderofficieren werden springconcoursen georganiseerd. Hier een opname van het 5e eskadron. Geheel rechts korporaal S. Reitsma.
31 augustus 1936. Parade op de Brink te Deventer. Voorop Maj Jhr S.M.S.A.A. de Marees van Swinderen, daarna een onbekend officier gevolgd door een trompetter en wachtmeester Buurse. Daarna de bereden Standaardwacht met standaarddrager adjudant van Unen.
31 aug 1936. Parade op de Brink voor de oude Waag. Geheel rechts owi J. Alles. Het eskadron daarachter wordt aangevoerd door ritm Baron Sirtema van Grovestins.
Weer een foto van een bereden Standaardwacht. Dit maal is de standaarddrager adjudant Teunissen. Rechts van hem wachtmeester A. van Weert, links van hem korporaal van ’t Ende. Achter van ’t ende rijdt huzaar I.N. Vos.

error: Hey Verkenners en Boreelfans, deze inhoud is tegen onbevoegd opslaan beveiligd!